Sommige artiesten heb ik wat mee. Vooral talentvolle artiesten. En dan hebben we ook nog Lenny Kravitz. Containerbegrip ?talentvol? doet hem te kort. Waar moet ik beginnen. Muzikaal wonderkind? Niet meer van toepassing, want hij behoort inmiddels tot de oudgedienden. Nee, hoe lang ik er ook over nadenk, ik kan Lenny niet binnen een kader plaatsen. Hij is een geval apart. We luisteren naar Strut… zijn nieuwe album.Â
Lenny is anders. De meeste artiesten kunnen heel gepassioneerd muziek maken. Dat doen ze dan op hoog niveau. En uitsluitend dat.
Meer…
Lenny Kravitz doet vreemd genoeg meer dan dat. Zeer gepassioneerd, tot in perfectie en met welhaast het grootste gemak van de wereld. Behalve dat Lenny muzikaal ongelimiteerd getalenteerd lijkt te zijn, heeft hij namelijk ook een respectabele lijst met acteerrollen, vier Grammy awards en diverse nominaties achter zijn naam staan.
De film Hunger Games gezien? Dan ook Lenny als Cinna, de charismatische stylist van Katniss. Daarnaast is hij veelvuldig gastartiest bij verschillende top-musici. Eric Clapton, Eryka Badu, Bruce Springsteen, Neneh Cherry, Prince, Slash? Ik noem er zo maar een paar. Oh ja, zou ik bijna vergeten: als hij dan toch nog tijd over heeft, ontwerpt hij (onder meer) kleding. Dit naast zijn indrukwekkende solo muziekcarrière. Creatief, veelzijdig, breed georiënteerd en gepassioneerd; Lenny in het kort. Je zult begrijpen dat ik met grote spanning heb gewacht op dit moment, de onthulling van zijn nieuwste creatie: Strut.
Zwitsers zakmes
?Strut?, het laatste muzikale soloproject van mijnheer Kravitz en tevens het tiende studioalbum, is wederom een knap stukje werk. Zoals we van rasartiest Kravitz mogen verwachten is dit album gearrangeerd en geproduceerd door mister talentvol himself. Bovendien verzorgt hij, naast de zang, de instrumentale invulling op gitaar, keyboards, bas en slagwerk. Waarom ook niet? Als je iets op jouw manier wilt overbrengen dan kun je dit het best zelf doen.
Nieuw en vertrouwd
Geen moment heb ik getwijfeld of het me aan zou spreken. Zijn vorige albums hadden voor mij allemaal wel iets. Niet dat ik ze grijs draaide, maar zo af en toe zette ik wel eens iets van hem op en realiseerde me dan dat ik het album wederom te lang in de kast had laten staan. Nu hoorde ik de eerste paar tracks van het nieuwe album en het was ?gewoon? Lenny Kravitz voor me. Nieuw, anders maar ook oud en vertrouwd. Een paar hoogtepunten voor mij waren ? uiteraard ? The Chamber, maar ook New York City. Deze laatste straalt iets persoonlijks uit. Een van de nummers die me het minste aansprak was de titelsong van het album, ?Strut?. Deze mist het melodieuze en klinkt me een beetje te rauw.
Back to basic
Naar verluid wilde Lenny zelf weer terug naar de rauwere rocksound uit zijn beginjaren. Daar zou zijn passie liggen. Ik herkende elementen uit de 80?s en 90?s. Maar ook uit de 60?s en 70?s. Invloeden van disco, soul, funk, blues en rock. Nog steeds heel duidelijk voorzien van zijn eigen stijl. Ritmisch, melodieuze basloopjes, akoestisch gitaar, claps en pakkende riffs. Zoveel vertrouwde klanken. In het verleden stonden de albums van Kravitz bol van effecten, flangers, reverb et cetera. Op dit album zijn dergelijke effecten eveneens in ruime mate aanwezig, maar het klinkt allemaal veel subtieler. Er wordt, in mijn beleving, meer de nadruk gelegd op natuurlijke klanken. Droge drums en cleane zang. En dit alles subliem gemixt.
Na het album een keer of vier te hebben beluisterd nog even terug naar zijn eerdere albums. Ik vraag me ondertussen af wat er nu zo anders moet zijn aan dit album. Ik kan er mijn vinger niet opleggen; het album past namelijk naadloos in de reeks voorgangers. Nu wil ik hier wel even een kritische kanttekening bij maken: al zou Lenny Kravitz een nieuw album uitbrengen met traditionele Eskimomuziek, gezongen in het Inuktitut (op z?n Eskimo?s), het zal er ongetwijfeld als een succesvolle ?Kravitz-creatie? uitkomen. En dit bedoel ik als een welgemeend compliment. Van dit kaliber is Lenny Kravitz.